Een kans om nog even de kerstdrukte te ontvluchten op de flamenco tonen van een muzikale roadmovie door Andalusia en Marokko tot in Algerije. Muziek, Spaans en Marokkaans eten, dans,reizen, avontuur… Helemaal PIP’s ding. Het wordt vast een feest voor buik en geest! Met een kleine toelichting en receptjes van PIP om mee naar huis te nemen. Be my guest!!
19 euro pp voor film + lekker filmisch eten. Inschrijven via vzw Tatteljee https://www.tatteljee.be cursusnummer 14.3
EXILS
Speelfilm, 103 min., Frans gesproken, Ned. ondertiteld
Regie en scenario: Toni Gatlif
Productie: Frankrijk 2004
Met: Romain Duris, Lubna Azabal, Leila Makhlouf, Habib Sheik Zouhir Gacem e.a.
Thema’s: muzikale roadmovie, identiteit
De 26-jarige Zano tuurt naakt uit het raam van zijn Parijse flat over het jachtige straatverkeer heen. Op het bed achter hem schrokt zijn vriendinnetje Naïma een doos ijs naar binnen. Zano draait zich naar haar om en vraagt haar of ze niet mee met hem naar Algerije wil, het land waar zijn ouders opgroeiden.
Te voet, zwartrijdend, liftend of varend leidt de tocht naar zijn vaderland… Via Parijs, Andalusië en Marokko nemen ze in omgekeerde richting de route die hun ouders als ‘pied noirs’ aflegden in de jaren ’60.
Ze zijn op zoek naar zichzelf en naar een diepere kennis over hun verleden. Onderweg in Andalusië en Marokko ontmoeten ze zigeuners en jonge migranten, en beleven ze zwoele avonturen. Hun zwerftocht naar het zuiden is ook en vooral een muzikale reis die eindigt met een zinderende finale waarin ze de genezende kracht van een extatisch muziekritueel ondergaan.
Deze muzikaal opzwepende roadmovie werd op het filmfestival van Cannes bekroond met de Prijs
voor Beste Regie.
Tony Gatlif bouwt aan een oeuvre dat het filmische geheugen vormt van de verdwijnende zigeuner-cultuur, waarin muziek een essentiële rol speelt, met films als Latcho Drom (1993), Gadjo Dilo (1998), Vengo (2000) en Swing (2002). Exils is Tony Gadlif’s meest autobiografische prent tot nog toe.
Pers
“Het thema van ontheemden of mensen op zoek naar hun wortels is de van zigeuners afkomstige Algerijn Gatliff vanzelfsprekend niet vreemd. Door zijn twee jonge protagonisten de wereld in te sturen, langs wegen, mensen en vooral veel muziek, lijkt hij echter te kijken als een opzichter die net twee gewonde wolven na verzorging vrijlaat. Het is zeker ook Gatliff zelf die de reis maakt, terug naar waar hij vandaan komt en eindigend in een bijna eindeloze dans.” (JS, Focus Knack, 15-9-04)
“Onderweg leveren de amoureuze bohémiens zichzelf uit aan de liefde en de muziek en de oogst van het land – er wordt gedanst, gedronken, gezongen en geneukt. Gatlif stond duidelijk op scherp. Exils is even vitalistisch als Bengaals vuur; even ontroerend als een zonsopgang boven zee; even sensueel als een griet van vijftien die achteloos checkt of het topje van haar bilnaad soms niet zichtbaar is; en even overweldigend als het meisje van je dromen dat zegt: ’Ik wil jou.’*** (Humo)
”Verrassend nonchalant maar met de doortastende regie en kwieke, swingende stijl van iemand die heel goed weet waarmee hij bezig is. (…)
Hoe dichter Zano en Naïma, op zoek naar hun ziel, bij Afrika komen, hoe wranger de situaties waarin ze terechtkomen en hoe melancholischer de toon wordt. Beetje bij beetje wordt er immers dieper in-gegaan op het thema van de pijn van de ontworteling. Het is evenwel niet die pijn en het leed van de migrant waar Gatlif op aanstuurt, al sluit hij natuurlijk niet zijn ogen voor de erbarmelijke leef-omstandigheden van Noord-Afrikaanse seizoensarbeiders in Andalusië. Zijn aandacht gaat vooral naar het lot en het verdriet van de achterblijvers in het thuisland. “*** (Luc Joris, De Morgen, 15-9-04)
‘dronken van passie, temperament en grote emoties’ (NRC)
‘schitterende opnames(…) en een meeslepend ritme’ (Volkskrant)
‘spetterende muziek’ (Filmkrant)
‘Een sensuele odyssee met een overweldigende muziekfinale’ (Film&Televisie)
‘his most varied and funkiest sounding score in years’ (Variety)
Prijs voor Beste Regie Cannes 2004
Recensie:
Tony Gatlif werd in 1948 als Michel Dahmani geboren in een sloppenwijk in Algiers als kind van een berber en zigeunerin.
In zijn film Exils trekken de in Frankrijk wonende hoofdpersonages naar Algerije, het land van hun voorouders. Voor het eerst sinds La terre au ventre (1978) evoceert hij in een film opnieuw openlijk zijn Algerijnse verleden. Gatlif verliet in het begin van de jaren zestig Algerije en zette er sindsdien geen voet meer. De film is dan ook geboren uit zijn verlangen om zich te buigen over zijn eigen littekens.
Toch bevat de film weinig scènes die naar Gatlifs eigen jeugd verwijzen “Exils vertelt niet mijn verhaal, maar dat van Zano en Naïma, kinderen van bannelingen die terugkeren. Mijn eigen herinneringen zouden tot een film fleuve leiden, een film als een rivier, want mijn persoonlijk verhaal heeft betrekking op een eeuw en daarmee bedoel ik de geschiedenis van onze eeuw. Als kind stond ik in het midden van de geschiedenis. Ik ben opgegroeid in het klimaat van de onafhankelijkheidsstrijd en dat is ook het verhaal van het communisme, want het FLN (Front de Libération Nationale, LJ), dat waren de nieuwe revolutionairen, gewelddadige Che Guevara’s die allemaal uit Rusland kwamen.
Mijn leraar, dat heb ik pas later vernomen, was bijvoorbeeld een humanistische marxist die ’s nachts clandestien het FLN hielp.” “Maar ik heb een schitterende kindertijd gehad. We waren arm, maar er was veel liefde.
Veel moederliefde, maar ook liefde van de clan, van de familie. Ik ben ook opgegroeid in totale vrijheid. Als kind werd ik echter ook voortdurend met het extreme geweld van de oorlog geconfronteerd.
Ik heb zogenaamde Arabische collaborateurs met overgesneden kelen in de wijngaarden gezien. Of het met kogels doorzeefde lichaam van een jonge FLN-strijder. ” Hét symbolische beeld van Exils, waarmee de film opent en eindigt, is dat van een wandelende mensenmassa in de woestijn. Hoe moeten we dat interpreteren? “Ze wandelen naar het westen. Die massa is voor mij als een rivier, een enorme rivier die op weg is naar Europa. Voor de mensen uit de Maghreb en Afrika is Europa als een luchtgat. “Zolang als er die kloof is tussen het Westen en de andere marginale landen zolang zullen er problemen blijven zijn.
Vanuit een politiek internationaal standpunt bekeken worden de mensen uit die landen met minachting behandeld. Het is alsof ze niet meespelen op deze planeet.
Ik denk dat het Westen – of de VS – nooit in vrede zal leven als het niet eerst dat probleem oplost. Hoe langer het duurt, hoe erger het zal worden. Zolang als er mensen op een stuk karton moeten slapen, zal Europa ook niet met rust gelaten worden. Want iemand die niets bezit, wat heeft die te verliezen?”
Luc Joris, De Morgen, 15-9-2004